Dieet voor een betere planeet

Normaal gesproken maken wij aan de hand van een uitgave een recensie. Deze keer hebben we het anders gedaan. Vooral ook omdat het een ander soort boek is dan gebruikelijk, maar zeker zo belangrijk. We mochten de auteur, Hanneke van Veghel interviewen over haar boek: ‘Dieet voor een betere planeet’. In het interview geeft Hanneke (al) een mooie inkijk in haar boek en manier van denken. Wij vinden dat dit boek niet mag ontbreken in jouw boekenkast als je, net als wij, meer wilt weten wat duurzame oplossingen zijn voor onze manier van omgaan met Moeder Aarde en haar bewoners. Wij spraken met Hanneke, uiteraard coronaproof via een digitale beeldverbinding.

PT: Waarom zou dit boek gelezen moeten worden?

HvV: “We staan op een kruispunt en rennen nu van crisis naar crisis. Iedere dag komen er 200.000 monden bij om te voeden en in 2050 zijn er naar verwachting 10 miljard mensen op ons grote groene ruimteschip. Nu al zorgt ons wereldvoedselsysteem voor klimaatverandering, bodemverarming, lege oceanen, waterschaarste en ernstige dierenwelzijnsproblematiek. Iedere minuut verliezen we bosgebieden ter grootte van 40 voetbalvelden, dieet-gerelateerde welvaartsziekten zoals obesitas, diabetes en kanker zijn doodsoorzaak nummer een wereldwijd en er zijn nog steeds 900 miljoen mensen met honger. Het huidige systeem heeft alle ingrediënten voor een grimmig toekomstbeeld. Dat moet en kan anders. Mijn boek gaat over de vijf grote thema’s van het wereldvoedselvraagstuk: dierlijke eiwitten, voedselverspilling, eerlijke handel, duurzame boodschappen en gezondheid. Mijn boek is geen dieetboek. Het woord dieet is afgeleid van het Griekse woord diaita, hetgeen zoveel betekent als “leefregel”. In mijn boek lees je grote wereldvoedselvraagstukken met kleine antwoorden op huis- tuin- en keukenniveau.  Dat hoeft zeker niet perfect. Beter inconsequent goed dan consequent fout. Ik denk dat we vooral (weer) moeten leren over bepaalde problemen in de wereld en welke impact wij daar zelf op hebben.”

PT: Hoe zie jij de invloed van de supermarktconcerns in dit verhaal? Wat voor invloed hebben of kunnen zij hierin hebben?

HvV: “De meeste supermarkten worden gedreven door winst en natuurlijk hebben ze wel wat duurzaamheidsdoelen. Maar er is nog veel (heel veel) ruimte voor verbetering. Kijk maar naar de plofkip en de oneerlijke chocolade die volop aangeboden worden. Bovendien verspillen ze veel voedsel omdat ze bijvoorbeeld altijd volle schappen willen hebben voor de consument. Duurzaamheid hebben ze helaas niet aan de top van hun lijstje staan.”

PT: Ontwikkeling van plantaardig vlees. Hoe sta jij daar tegenover en moeten we dit wel willen?

HvV: “Heel veel van het nieuwe vlees, zoals ik het liever noem, lijkt veel op dierlijk vlees om vleeseters makkelijker over de streep te trekken. Als je een goede veganbruger met alles erop en eraan eet, proef je het verschil met een vleesburger niet. Hetzelfde geldt voor kroketten en kaas op een tosti of vega-gehakt in een lasagne. Ik vind het fantastisch wat er nu in de supermarkten ligt. 20 jaar geleden was dat er niet; toen lagen er slechts drie gortdroge veggieburgers in het schap, nu is de keuze reuze, lekker en betaalbaar. Maar dit nieuwe vlees is niet voor iedere dag. We moeten bijvoorbeeld veel meer peulvruchten eten, dus minder eten uit de fabriek en meer onbewerkt eten. Peulvruchten zijn de meest duurzame eiwitten ter wereld, en als je een beetje kan koken, kun je ze voor diverse gerechten gebruiken. Neem nou chili sin carne, wraps en burrito’s, maar ook stoofpotten, roerbak met tofu en salades. Zet ons zogenaamde ‘Westerse dieet’ tegenover de vijf zogenaamde bleu zones (de vijf gezondste regio’s van de wereld) en je ziet hoe ongezond we eten en leven. Het blue zone dieet bestaat vooral uit traditionele gerechten met verse en voornamelijk plantaardige voeding (vooral deze 4: peulvruchten, groenten, granen en noten) en slechts 5 procent vlees. Duurzaam en gezond dus.”

PT: Een veelgebruikte uitspraak is dat er bij de lancering van een nieuw of vernieuwd product bij gezegd wordt dat de klant erom vraagt. Hoe zie jij de rol van supermarkten, marketingbureaus en en voedselfabrikanten bij het heropvoeden van de consument als het om gezonder en duurzamer eten gaat?

HvV: “Kijk, ik denk niet dat iemand ooit om kaas uit een tube of drop in de vorm van auto’s heeft gevraagd. Er bestaat een hele industrie die producten ontwikkeld en flink neurologisch smaakonderzoek doet naar de ideale ingrediëntenlijst. En dan duikt er een marketingteam op die onderzoekt hoe onze hersenen verleidt worden om naar het product te verlangen. We worden iedere dag, via ieder media-kanaal, bij iedere kassa en op iedere straathoek verleidt om voedselproducten te kopen. Ik had zelf geen idee, tot ik terug kwam na een jaar van een irrigatieproject in Ethiopië. Daar zijn geen supermarkten; mensen kopen hun vers of gedroogde voedsel op de markt. Ze hebben daar wel mini-supermarkten voor expats. Vol frisdrank, snoep, ontbijtgranen met suiker, chips, snacks, sauzen et cetera. Dan zie je pas wat voor ongezonde producten westerlingen eten. Producten die gemaakt zijn in de fabriek met diverse vullende in plaats van voedende Pas toen ik weer terug in Nederland was realiseerde ik mij dat je hier constant in het vizier van marketeers zonder dat we dat willen of weten.

Het huidige systeem heeft alle ingrediënten voor een grimmig toekomstbeeld. Dat moet en kan anders.

Ik vind dat supermarkten en de industrie wel een soort opvoedende rol moeten hebben, maar ik geloof er niet in. De industrie is er bij gebaat om mensen ongezond en weinig duurzaam aan het eten te houden. Dat is hun doel. Waar ik wel heil in zie is voedselonderwijs op scholen zodat we op jonge leeftijd leren wat gezond en duurzaam is, en waar ons voedsel vandaan komt.”

PT: Bewust boodschappen doen. Je hebt het regelmatig in het boek over zo bewust mogelijk boodschappen doen. Bestellen bij bijvoorbeeld online Odin of Ecoplaza maar daar zit toch ook een tegenstrijdigheid bij…ten eerste gebruik je een computer die stroom gebruikt. Ten tweede het busje wat jouw bestelling moet afleveren. In een grote(re) stad is het vaak makkelijker te doen. Je stapt op de fiets en kan erom gaan maar in heel veel gebieden van Nederland ligt dat lastig omdat er geen Odin of Ecoplaza in de buurt is. Toch?

HvV: “Ja klopt en perfectie bestaat niet. De impact kan dan groter zijn dan de milieuwinst. Het moment dat die busjes CO2 neutraal zijn is dat probleem natuurlijk getackeld. Ik ben nu onderzoek aan het doen naar de meest duurzame avocado ter wereld in Kenia en een product zonder enige klimaatimpact bestaat voor zover ik weet niet. De impact kan wel veel verminderd worden en veel duurzamer worden. Het is en blijft belangrijk dat het voedselsysteem efficiënt is. Er zijn gelukkig steeds meer initiatieven in Nederland om voedsel dichterbij huis te verbouwen, zoals voedselcoöperaties. Daarover kun je meer lezen in mijn boek. Maar je kunt ook met je buren zelf het initiatief nemen om samen voedsel te verbouwen, of gewoon iets te verbouwen in je eigen tuin.”

PT: Veel gehoord is dat vegetarisch of veganistisch eten duurder is dan ‘gewoon’ vlees eten. Inmiddels is aangetoond dat dit niet zo is. Juist andersom. Veel consumenten hebben hier (nog) geen weet van. Hoe kunnen we de bewustwording hierover goed overbrengen of overgebracht worden?

HvV: “Klopt, het is niet duurder. Uiteindelijk is het dieet vol dierlijke producten juist duurder omdat de samenleving voor de ‘verborgen kosten’ van de veehouderij opdraait. De eiwittransitie heeft tijd nodig, ook omdat mensen sinds de jaren ’60 overtuigd zijn dat driemaal daags dier nodig is. Het is  een kwestie van onderzoeken doen, social media en influencers, boeken erover schrijven, kook- en tv-programma’s om te laten zien dat duurzaam eten juist niet duurder is. En vooral ook door erover met elkaar in gesprek te blijven. Met ons dieet kunnen we echt de planeet verbeteren. Minder voedsel verspillen, zoveel mogelijk plantaardig eten, eerlijke producten kopen en écht eten eten, maakt een wereld van verschil.”

PT: Hoe ziet jouw ideale wereld eruit?

HvV: “Een wereld waar wetenschappelijk advies als leidraad geldt voor ons handelen. Dat wat niet duurzaam is, moeten we gewoon niet meer doen of anders (lees: duurzaam) doen. En dat we dan uiteindelijk een heel duurzaam, logisch, eerlijk en ethisch voedselsysteem gaan krijgen, waar we allemaal beter van worden en waar veel meer ruimte voor natuur is om het klimaatprobleem op te lossen.”

Hanneke van Veghel heeft een master in duurzame landbouw en voedselzekerheid en is gespecialiseerd in industriële veehouderij. In Indonesië deed ze onderzoek naar de impact van de palmolie-industrie op het regenwoud en momenteel onderzoekt ze in Kenia hoe je de meest duurzame avocado ter wereld kunt verbouwen.

Print Friendly, PDF & Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *